Stageopdracht BV
In de klas moesten we een stageopdracht doen die betrekking had op het lesfasenmodel met de drie fasen receptie, productie en reflectie. Ik heb dit gedaan rond de sinterklaastijd en daar hoort natuurlijk een sinterklaas opdracht bij!
De eerste fase: receptie.
De bedoeling van de les was, dat kinderen van pijpenragers en kralen en stofjes een sinterklaas maakten, die aan het sporten was. Dit idee heb ik vastgehouden, maar ik heb geen voorbeeldje laten zien.
De methode bevat een verhaal over een kind die fantaseert over een sportende Sinterklaas. Dit heb ik niet gebruikt voor mijn les.
Ik heb vertelt dat het me opviel dat sinterklaas altijd op zijn paard zit, terwijl de pietjes rennen en springen en pietengym doen. Dus ik heb sinterklaas gemaild en gevraagd of hij weleens aan sport deed:
https://www.youtube.com/watch?v=law-R_yYc7k
We hebben gepraat over wat voor sport de sint kan doen en over wat de kinderen zelf voor sport doen.
Daarna heb ik laten zien dat ze 3 stukjes pijpenrager kregen, dat ze een kraal mochten gebruiken als ze wilden en ik heb wat eisen op het bord gezet. De eisen waren: de sint moet aan het sporten zijn, de sint moet 2 armen en 2 benen en een hoofd hebben, de sint moet sportkleren aan hebben.
Ik heb niet laten zien hoe je het lichaampje maakt, wat in de methode wel staat.
Voor de kleren heb ik crèpe papier neergelegd.
De tweede fase: productie.
De kinderen gingen aan de slag met hun pijpenragers. Sommige kinderen hadden al heel snel door hoe ze een lichaam moesten doen, andere kinderen hadden er echt moeite mee. Wat me wel opviel, was dat iedereen er mee aan de slag ging en fanatiek was. De technieken die de kinderen gebruikten waren: buigen, knopen, knippen, scheuren, plakken, tekenen.
Voor de kleren gingen sommige kinderen alles op maat knippen en dan op het lijfje plakken, terwijl andere kinderen juist stukken papier om het lichaam heen gingen vouwen. Het was leuk om die verschillen te zien.
Tijdens de productie kwam ik erachter dat sommige dingen niet mogelijk waren op mijn manier. Éen meisje wilde bijvoorbeeld een fietsende sinterklaas, maar er was geen materiaal beschikbaar om de fiets stevig te maken. Ook wilde ik de Sintjes neerzetten, maar daar waren ze te slap voor. De kinderen was het ook niet duidelijk of ze wel of geen lijm en stiften mochten gebruiken. Ze wilden bijvoorbeeld een gezichtje tekenen. Het idee snapten ze wel ongeveer allemaal, dus het was leuk om te zien dat ze zelfs zonder voorbeeld, ongeveer deden wat de bedoeling was. De methode geeft eigenlijk teveel weg door een voorbeeld te laten zien en te zeggen hoe je het lijfje 'moet' maken.
De derde fase: reflectie.
Voor de reflectie heb ik wat kinderen hun sintje laten zien vooraan in de klas. Ze moesten zeggen wat voor sport de sint deed en de kinderen vonden dit echt heel leuk om te doen. Ze vinden het leuk om te laten zien wat ze gemaakt hebben, dus daar maak ik uit op dat ze het leuk vonden om te doen ook.
Ik zelf vond de resultaten een beetje teleurstellend, want je kon helemaal niet goed zien wat voor sport de sintjes deden, hoogstens bij een paar. Dit kwam deels door het slappe ijzerdraad, maar ook doordat ik de kinderen er niet op had gewezen dat ze eerst een serieus moesten kijken bij elkaar hoe je houding eigenlijk is tijdens een sport. Als ik dit had gedaan, waren ze ook nog wat langer bezig en wat serieuzer met de opdracht.
Ik vond de opdracht erg leuk om uit te proberen bij de kinderen, maar merkte dat ze nog wel om sturing vroegen. Ze doen eigenlijk altijd knutselopdrachtjes, dus ze waren dit niet echt gewend. Tijdens de productie vond ik het ook moeilijk om te helpen, omdat ik het ze juist zelf wilde laten uitzoeken. Maar over het algemeen was het wel gelukt.